Elke composiet afsluiting moet bovenaan met een geleidebalk worden afgewerkt. Met een verbindingsstuk, dat afzonderlijk wordt verkocht, kunt u de geleidebalk met de paal verbinden.
Voer de verbindingsstukken aan elke kant van de geleidebalk in, in de groef die daarvoor is voorzien. Elk verbindingsstuk is met de meegeleverde drukschroef (M6 x 12 mm) op de geleidebalk vastgezet.
Schuif vervolgens het verbindingsstuk (dat met de geleidebalk is verbonden) op de paal tot u de geleidebalk op de laatste plank kunt plaatsen.
De paal is altijd hoger dan de op elkaar geplaatste planken. Respecteer zeker een uitzettingsspeling van minstens 15 mm tussen het afdekkapje en
de bovenste geleidebalk.
Bekijk het hoofdstuk ‘Technische elementen/Hulp bij het nesten’ voor de berekening van de hoogte van de paal.
- Zie in dit verband PU11